vrijdag 19 april 2013

Sibiu

Van 1991-1995 was ik coördinator van een Tempus (Europese Unie) project ‘Updating library and information sciences in Romania’. In dat project hebben we de automatisering van zeven universitaire bibliotheken aangepakt. We brachten computers, software en trainden het personeel. Ik ging twee keer per jaar naar Roemenië toe en gaf dan tevens onderwijs aan de Universiteit van Boekarest.  Pas in 2005 kwam ik weer in Boekarest en heb toen een paar jaar onderwijs gegeven. 
De situatie die ik in 1991 aantrof, twee jaar na de ‘revolutie’, was erbarmelijk. Weinig eten, geen zuivelproducten, in de rij voor brood waarin het overgebleven brood van gisteren was verwerkt. Zo goed als geen groente en fruit. Toen ik in 2005 terugkwam was die voedselvoorziening ‘op orde’, maar niet voor iedereen bereikbaar. Ook de typisch ‘Sovjet’ inrichting van de winkels was verdwenen. Maar verder was er weinig veranderd. In de jaren daarna is er toch een zekere versnelling op gang gekomen. 
Wat tijdens het Tempusproject een moeilijk element was, was het feit dat de mensen niet wilden samenwerken. Iedereen wilde wat hij had voor zichzelf houden en niet delen.

Eind 2012 werd ik gevraagd deel uit te maken van de ‘Cientific Committee’ van de 4e conferentie ‘Information Science and Information Literacy’ en de keynote speech te houden. bcu.ulbsibiu.ro/conference Dat was natuurlijk een mooi excuus om weer eens naar Roemenië te gaan. Dus was ik de afgelopen week in Sibiu. Sibiu Stad. Ik was daar nooit eerder geweest. Het ‘probleem’ van het niet samen willen werken speelt nog steeds. Zo veel mogelijk alles voor jezelf houden. Niet echt bevorderlijk voor verdere groei en ontwikkeling.

De eerste avond van de conferentie was het diner in Hermania, het oude concertgebouw. De tweede avond naar een restaurant in Sibiel, 22 kilometer van Sibiu. Bij beide gelegenheden stonden er op tafel karafjes (3/4 liter) met een jeneverachtige drank. In elk geval minstens 40%. Dat werd gedurende het hele diner gedronken, naast het water en de wijn. 

Volgende week: Servië 

maandag 8 april 2013

Zo maar

Van ‘zo maar’ naar ‘zomer’ is via het toetsenbord niet zo’n grote stap. Naar ‘zomertijd’ kost wat meer tikwerk. Maar het gaat allemaal wel snel. Gisteren las ik nog dat het in Volkel (mijn oude vliegbasis) 10,7 graden had gevroren en nu lees ik dat het zondag misschien 20 graden wordt. Typisch Nederland.
Hier hebben we de laatste dagen volgens het weerbericht in het ‘Joural National’ de hoogste temperaturen van Brazilië 33 graden. Het waait bijna niet, dus is het inderdaad behoorlijk warm.
De droogte in het noorden houdt aan. In sommige gebieden heeft het langer dan een jaar niet geregent. Toen we twee weken geleden een paar dagen naar Vista Serrana gingen begon na 100 kilometer de droogte. Ongelofelijk, alle ´waterplaatsen´ drooggevallen, dor, dor dor, zo goed als geen gras meer te zien. Als het afgelopen dinsdag´Sint Josef´in Vista Serra niet zou regenen, zou er nog een droogteperiode aankomen. En zowaar, het heeft daar de hele nacht geregend. Maar dat was een uitzondering.
Ook de watervoorziening in Joao Pessoa dreigt problemen te krijgen. De twee meren waaruit het water wordt betrokken hebben een té laag peil bereikt en wordt er gesproken over randsoenering. Ik weet niet in hoeverre zich dat uitstrekt naar de gemeente Conde, waarvan wij deel uitmaken, maar wij zullen er niet veel last van hebben. Volgens schema vertrekt ons vliegtuig morgenavond (dinsdag) om 23:50 naar Lissabon en dan woensdag door naar Amsterdam.
Arí heeft zoals gebruikelijk zijn koffer al gepakt. Ik wacht te vaak tot het laatste moment, met als gevolg dat je dingen vergeet. Maar zoals we vroeger zeiden: ‘we kopen gewoon alls nieuw’.
We blijven bijna in maand in Europa. Ik ga naar Sibiu (Roemenië) voor een conferentie (http://bcu.ulbsibiu.ro/conference/) en vier workshops in Servië. Een bijdrage aan de ‘Media Literacy Week’inTbilisi (Georgië) gaat niet door. Vermoedelijk wordt dat volgend jaar.